Tussen de bewegende delen van het kaakgewricht bevindt zich een discus. Dit is een klein schijfje dat ervoor zorgt dat de bewegende delen goed over elkaar kunnen bewegen. Deze discus kan voor problemen zorgen als de kaak niet goed functioneert. Bij het openen of sluiten van de mond kan een ‘knap’ worden gevoeld. Vandaar de benaming knapkaak.